Kleine Monnik krijgt van zijn oude vriend en leermeester oude monnik de opdracht zijn levensmissie te volbrengen. Het schijnsel van de maan is zwak en het is de taak van oude monnik om de maan weer helder te laten schijnen. Hij is daar zelf te ziek voor en vraagt kleine monnik deze taak te volbrengen. Na enige twijfel over deze taak, besluit kleine monnik op pad te gaan. Onderweg komt hij rijstvelden, een bos, rivier maar ook dieren als een libelle, een aap en een arend tegen. Die hem op eigen wijze leren omgaan met tegenslagen en angst. Dit doen zij door hem middels metaforen en levenslessen mee te geven.